Vroeger kwam ik rond de feestdagen vaak bij een lieve dame op bezoek, die beloofde dat het dit jaar mijn jaar zou worden. Een gewaagde belofte, maar zonder kwade bedoelingen – het was tenslotte een lieve dame. Volgens haar zou ik verliefd worden (wat ik eigenlijk altijd al wel was, met name op figuren die bijvoorbeeld in Baantjer speelden en foute zwarte jasjes droegen), met mijn benen zou het goed gaan (iets wat helaas niet te garanderen valt), etc. Op de een of andere manier werd het dat nooit, mijn jaar, hoewel ik er grote verwachtingen van had. Ik was zeven, acht of misschien al wel negen – een tijd waarin ik veel last had, in ieder geval, met mijn prikangst op het hoogtepunt.
Het duurde een poos voor ik me realiseerde dat de dame het wel goed bedoeld had, maar dat hopen op iets als een mijn jaar niet helemaal realistisch was: niet alleen omdat het nooit helemaal iemands jaar kan zijn, dan zou het immers verdraaid ongelijk verdeeld zijn in de wereld, maar vooral omdat het nooit een jaar alleen maar góed kan gaan. Er zijn altijd tegenslagen, groot of klein, en dat is ook helemaal niet erg.
Toch moet ik nu, tijdens mijn terugblikmijmeringen, aan die belofte denken. Dat komt misschien omdat afgelopen jaar er best op leek, mijn jaar. Niet alleen won ik in 2011 Write Now, een prestatie waar ik de komende tien jaar op blijf teren, ook overwon ik mijn grootste angst: die voor prikken. Dat is iets wat ik nooit had durven dromen. Toch gebeurde het. Ik ben inmiddels een krap jaartje aan de tocolizumab en het gaat heel erg goed.
Natuurlijk zijn er mindere momenten. Er wordt wel eens mis geprikt en dan huil ik alsof ik weer negen ben. Ik ga nog vaak zat door mijn enkel en schrijf deze column met een zere linkerpols. En een week voor ik mijn shotje moet heb ik meer last, net zoals bij de Humira eigenlijk. Maar het is het elke maand weer waard. Elke maand gaat het makkelijker. Wie had dat gedacht?
Er waren tegenslagen, maar dan nog was het een fijn jaar. Ik verheug me op wat 2012 me gaat brengen, ben er druk mee. Ik schrijf veel en dat neemt meer tijd in. Mijn wereld is groter geworden en hij groeit nog door. Mijn vriend en ik zoeken nog steeds een huis, ik werk aan een debuut en ook het afstuderen komt eraan. Maar ik merk aan mezelf dat ik niet alles tegelijk kan. Daarom heb ik besloten om mijn frequentie aan te passen: in plaats van iedere twee weken, verschijnt er hier vanaf nu maandelijks een column. Zo kan ik mijn tijd en hoofd beter verdelen en toch verbonden blijven met Youth-R-Well, waar ik ooit ben begonnen (jazeker!) Er staat veel te gebeuren, de komende tijd. Hopelijk zit er veel goeds tussen, net als vorig jaar. Ik wens jullie allemaal, voor zover dat mogelijk en realistisch is, een mijn jaar.