KassimProject2

Maryam sluit haar ogen. Haar adem reutelt. Ze kreunt, haar grimas op haar ingevallen gezicht verraadt dat ze pijn heeft. Voorzichtig pak ik haar hand. Haar moeder vertelt me dat ze niet goed meer ziet. Haar evenwicht laat te wensen over en ze valt veel af. Ook heeft ze open wonden die steeds verder zullen infecteren. Maar Maryam klaagt nooit. ‘Zo God het wil zal het geschieden’, is haar motto. Ze geeft zich over aan wat komt. Ik weet niet wat ik moet zeggen en kijk naar de grond. Zachtjes streel ik Maryams vingers.

Ik heb eind 2012 het voorrecht gehad om in mijn eentje drie maanden in Ghana te wonen bij een traditioneel gastgezin, te werken als vrijwilliger (zie foto), en te reizen door het prachtige land. Ik heb me nog nooit in zoveel verbazingwekkende, vaak mooie, maar ook zeer schokk  ende situaties begeven. Er is een wereld voor me open gegaan door te ervaren hoe verschillend mensen in het leven staan. Het heeft me geleerd dat alles waarvan ik dacht dat het normaal was, helemaal niet zo normaal is. Beter gezegd, niets is normaal, alles is relatief. Cultuurgebonden, tijdgebonden, persoonsgebonden zelfs.

‘Pijn’ bijvoorbeeld wordt in Ghana bij de een door een juju-man bestreden met een rituele dans rond een kampvuur en wat kruiden uit de bush, bij de ander wordt er door het hoofd van het dorp een kip geslacht om de goden goed te stemmen. Je kunt je overgeven aan wat is, je lot aanvaarden. Maar het kan ook dat er zwarte magie in het spel is die je alleen met volle maan tegen kunt werken. Voor mij eerder machtig mooie sprookjes dan daadwerkelijke geneeswijzen, voor een Ghanees net zo normaal als voor ons een bezoekje aan de huisarts/fysiotherapeut/reumatoloog/apotheek.

Het is vies warm in de hut waar Maryam ligt. En er zijn vliegen. Heel veel vliegen. Het stinkt er naar rottend vlees. ‘Zo ruikt de dood..,’ schiet het door mijn hoofd als ik besef dat de geur van Maryams lichaam komt. Ik krijg kippenvel. Maryam ademt zwaar. Ze draait haar gezicht naar me toe en opent langzaam haar ogen. Ze praat heel zacht, fluistert bijna. Ze vertelt dankbaar te zijn dat zij mag leven. Dat ze, ook al weet ze dat ze binnenkort zal sterven (ze is pas 24, net zo oud – jong! -als ik), iedere dag iets kleins, iets moois meemaakt dat haar sterkt, bijvoorbeeld mijn bezoek aan haar, een wildvreemde die haar steun betuigt. Ik voel de tranen achter mijn ogen prikken.

Door mijn ontmoeting met Maryam werd ik onder andere geconfronteerd met mijn eigen gevoelens die ik door mijn reuma ervaar. Ik bemerk dat deze, wanneer de reuma erg aanwezig is in mijn leven, veelal uit onvrede en frustraties, machteloosheid en onzekerheid bestaan. Het helpt me mijn situatie te relativeren door aan Maryam te denken. Want door Maryam leerde ik dat het niet gaat om wat voor obstakels je in je leven tegenkomt, maar om hoe je ermee omgaat. Ik leerde dat ik 24 ben, reuma heb, maar meer kansen in het leven heb dan ik eigenlijk besef. Ik probeer meer dankbaar te zijn voor wat ik wel heb, wel kan.

Het laatste dat ze tegen me zegt is: ‘Eenieder krijgt.. op zijn pad.. waar hij geestelijk door.. zal groeien..’ Voorzichtig laat ik Maryams hand los.

Maryam kwam op mijn pad. Ik hoop dat haar kracht via deze weg ook de jouwe kruist. 

POSTED BY Carlo | jul, 01, 2013 |