Ik ben een optimist. Ik kan in het diepste verdriet iets moois zien. Ik kan relativeren als de beste. Ik verplaats me zelfs in mijn diepste dal in het dal van de ander (of doe in elk geval een poging tot). Ik bedenk me hoe het ook had kunnen zijn (nog erger…). Ik tel mijn zegeningen. Ik doorleef mijn emoties, maar ik ga er niet in hangen. Ik vind op mijn eigen tijd altijd een manier om door te gaan. Om weer te lachen en de pijn (soms de letterlijke pijn) naast me neer te leggen. Kortom, over het algemeen heb ik het gevoel dat ik redelijk weet te dealen met verdriet; verdriet wat onder andere de reuma met zich mee brengt. Laatst zei een vriendin dat ze me sterk vond.

Sterk. Een kort woord. Krachtig. Drukt in vorm eigenlijk al uit wat het inhoudelijk betekent.

Deze periode dwingt me nog eens te denken over wat ‘sterk zijn’ nu eigenlijk is. Ik denk het antwoord te vinden bij dierbaren om me heen. Ze maken heftige dingen mee, soms tegenslag na tegenslag, en pakken zichzelf dan toch weer bij elkaar. Ze dwingen zichzelf leuke dingen te doen. Oog te blijven houden voor de positieve kanten van het leven. En het toverwoord lijkt altijd: relativeren. Uiteindelijk is er nog genoeg wat wél goed gaat. En ook genoeg wat nóg slechter zou kunnen gaan… Ik zie het en ook ik zeg dan: die mensen zijn sterk.

Toch zit er ook een nadeel aan deze methode. Het gedrag wat je sterk zou kunnen noemen voelt vaak vooral als de enige weg die begaanbaar is; als een letterlijk overlevingsmechanisme. Niks mis mee toch, als je jezelf daarmee op de been houdt? Dat dacht ik altijd, tot het opnieuw een goede vriendin is die mij de schaduwzijde van deze  methode voorhoudt. Ze zegt me dat ik door altijd maar sterk te zijn ook mensen op afstand houd. Dat de krachtige Heleen mooi is, maar ook maakt dat zij niet écht dichtbij kan komen. Hoe kan zij voor mij zorgen als ik niet voor me láát zorgen, is de vraag die ze me voorlegt.

Hoe kan ze weten dat de pijn in m’n voeten me de hele dag achtervolgd als ik blijf volhouden dat het echt al wel eens erger is geweest en ik dus prima het stuk naar het station kan lopen? Hoe kan zij aanbieden om boodschappen voor me mee te nemen als ik niet aangeef dat de tassen in mijn vingers branden? Hoe zou zij op de hoogte moeten zijn van hoe ongelofelijk moe ik ben als ik nooit laat zien hoe ik er ’s avonds bij hang?
Hoe kan ze weten hoe groot de pijn in mijn hart is als ik de tranen nooit in haar bijzijn laat stromen?

Wat is sterk zijn? Is dat doorgaan, relativeren en blijven lachen? Dat is wat in eerste instantie het meeste respect afdwingt… Of heeft mijn vriendin gelijk en is sterk zijn ook het tonen van je kwetsbaarheid?

Uiteindelijk gaat het waarschijnlijk, zoals met bijna alles in het leven het geval lijkt te zijn, vooral om het vinden van de balans. Toch denk ik dat mijn vriendin een overstijgend antwoord zou durven geven op bovenstaande vraag. Sterk zijn is het nemen van je verantwoordelijkheden. En de allerbelangrijkste van die verantwoordelijkheden is de verantwoordelijkheid voor je eigen welzijn. En dat houdt in dat je om hulp vraagt als je niet meer kunt. Als het sterk zijn is veranderd in sterk doen zonder je sterk te voelen. Als je op die momenten durft aan te geven dat je het even niet meer weet, dan ben je waarschijnlijk pas echt sterk. Ik ga het eens uitproberen.

POSTED BY Carlo | jan, 15, 2014 |