Zo zit ik een week of drie terug voor de tweede keer in mijn Duitsland-periode tegenover een arts. Geen bijna-gebroken voet dit keer, wel gordelroos. De dokter spreekt luid en overdreven articulerend (uit angst dat ik het niet begrijp waarschijnlijk) en legt me helder uit dat ik dit heb vanwege mijn verlaagde weerstand (en dankjewel reuma). Hij geeft aan me met een dosis virusremmers en pijnstillers naar huis te sturen (so far so good zou je zeggen). Dan benadrukt hij dat ik de pijnmedicatie wel écht moet innemen, omdat er anders het risico bestaat dat de pijn chronisch wordt. Als hij er vervolgens aan toevoegt dat een derde van de patiënten bij wie deze chronische pijn ontstaat zichzelf ombrengt omdat ze niet met de pijn kunnen leven, denk ik even dat mijn Duitse vaardigheden het laten afweten. Maar nee, de blik van de dokter staat strak en ernstig. Ik heb het goed verstaan.
Enigszins flabbergasted loop ik door de heldere, mooi groen geverfde gangen het ziekenhuis weer uit (de architect van dit ziekenhuis was in elk geval ‘geleerder’ dan die van mijn huis-ziekenhuis in Nederland). Ik laat de woorden van de dokter nog eens door mijn hoofd gaan en neem me voor mijn goede vriendin en dokter-to-be Rozanne eens te vragen hoe het zit met communicatietraining in de opleiding. Is dit nou de manier om je patiënten aan te spreken?
Nu zou je misschien nog kunnen denken: toeval. Eén ‘onhandige’ opmerking van een dokter of, ‘zo doen ze dat alleen in Duitsland’. Maar in mijn vijf jaar durende reuma carrière ben ik er nog wel een paar tegengekomen. Toen ik mijn eerste reumatoloog vertelde dat ik na vijfenveertig minuten niet meer kon lopen van de pijn (ná start van de behandeling), antwoordde ze mij ‘dat vijfenveertig minuten ook wel heel lang is voor een reumapatiënt’ en dat ik ‘me er bij neer moest leggen dat het niet meer zo zou zijn als vroeger’ (even ter herinnering: ik was achttien…) Of die keer dat de internist mij onomwonden uitlegde dat ik natuurlijk (natuurlijk?) een verhoogde kans heb op hart- en vaatziekten, want ja ik ‘ben en blijf uiteraard een reumaklantje’ (reumaklantje…?).
Een arts is iemand naar wie ik opkijk. Maar meer nog dan dat is het iemand van wie ik afhankelijk ben. Omdat hij de kennis heeft die ik mis. Zijn woorden doen er toe; ik heb de neiging ze tot in detail te wegen, omdat het de enige ‘zekerheid’ is die ik heb waar het gaat om mijn gezondheid.
Artsen zijn geleerd. Zonder twijfel. Maar zich bewust van de kracht van hun woorden? Misschien kunnen ze daar nog een beetje op doorstuderen.