Kussens

Het schermpje van mijn telefoon licht hel op. 3 uur ’s nachts. Ik probeer me om te draaien, een scherpe steek in mijn schouder doorbreekt de slaperige toestand. Als de wekker me vervolgens om 8 uur wakker maakt, voel ik de stijfheid in heel mijn lijf. Het is onmogelijk mijn voeten recht neer te zetten. Ik strompel richting de douche en zie dat mijn handen gezwollen zijn. Scherpe steken als ik probeer de deur op slot te draaien. Dan warm water: heel langzaam komen mijn spieren tot rust. Een uur later loop ik richting tram; mijn knieën lijken me bij elke stap tegen te werken en ik voel me moe, zo moe.

Wat voel ik me ver weg van huis. Ik mis mijn eigen kamer met mijn dikke dekens en kussens die mijn pijnlijke lichaam opvangen. Ik mis mijn broer die de stapel pijnstillers aantrekkelijker maakt door ze te vertalen in ‘kleine lieve kabouters die je komen helpen’. Ik mis mijn fysiotherapiegroep die ik in twee woorden had kunnen vertellen hoe ik me voel. En ik mis mijn moeder die me aankijkt en weet hoe het met me gaat. Ik mail haar om van me af te schrijven wat er in me omgaat. Als ik een aantal uur later haar reactie open, lees ik het volgende:

Ik denk dat je ook in je hoofd weer die klik moet maken. Niet: ‘Reuma? Reuma? Je was toch weg? Zolang ik je niet zie kan je gewoon niet terug komen.. en dat hoeven we niet af te spreken, dat is gewoon zo…’ Maar: ‘Reuma? Hè, wat vervelend… ben je daar al weer, zeurende, pijnlijke zeikerd? Had het toch zo leuk gevonden als je me met rust had gelaten.. Maar goed, je bent er dus… Niet welkom, oh nee! .. Maar gearriveerd, dus ik zal met je dealen: je krijgt een mix van Prednison en Arcoxia – dan weet je tenminste dat ik je serieus neem.. En ok, ok, ok, pijn hoort erbij.. maar we gaan niet met elkaar vechten, wij kijken gewoon hoe ver we samen kunnen komen…’

Naast pijn gaat er nu ook nog een rilling door mijn hele lijf. Want net als in real-life, legt ze ook via de mail de ‘vinger op de zere plek’. Ik ben niet het meest van slag door de pijn of stijfheid. En zelfs niet door het feit dat ik ver weg van huis ben. Ik ben van slag omdat de reuma er weer is. En ik toch héél diep van binnen, ver weg verstopt, ergens de hoop had er vanaf te zijn. In elk geval van die dagen waarop alles reuma IS, in plaats van dat ik ‘alleen maar’ reuma HEB… Zij waarschuwt me, zonder dat ik wist dat dat nodig was, voor mijn reactie. Het gevaar is me bedrogen te voelen door mijn lichaam, er hard tegenaan te schoppen en daarmee de pijn enkel groter te maken. De kunst is de knop om te zetten en de reuma te ‘verwelkomen’ met een goede dosis medicatie en vooral een koel hoofd. Niet te ver vooruit denken, niet te veel terug.

Ik besluit mijn lichaam te verwennen. Skip mijn middagcollege, neem nog een keer een hele warme douche en kruip dan onder de warme dekens. De kussens van mijn huisgenootje dienen als prima vervanging voor mijn eigen in Nederland. En die pijnstillers zien er met een beetje inbeeldingsvermogen ook zonder mijn broer best gezellig uit.
Oké vandaag IS reuma. Maar wij gaan niet met elkaar vechten, reuma. Wij gaan gewoon kijken hoe ver we samen kunnen komen. Jij, ik en af en toe een vleugje ‘Mama’.

p.s. Ik realiseer me dat de openingsalinea van deze column overeenkomsten vertoont met het begin van de column ‘Omdraaien’ van mijn collega Linda. Ik heb gezocht naar andere formuleringen, maar uiteindelijk blijft bovenstaande exact hoe het was. Misschien laat de overeenkomst ook wel weer iets zien: als zowel Linda als ik deze nachten/ochtenden beleven, dan geldt dat voor andere reumapatiënten waarschijnlijk ook… Dat is dan iets wat we delen. In overleg met, en met dank aan Linda, heb ik er voor gekozen deze inleiding nu dus ook te ‘delen’.

POSTED BY Carlo | jul, 14, 2014 |