afbeelding column heleen augustus 2014

Afgelopen weekend bezocht ik het openluchtfestival ‘Duizel in het Park’ in Rotterdam. Het weer werkte mee, dus zat ik urenlang op een meegebracht kleedje in de zon. Kleine bands en dichters wisselden elkaar af. En ook de kleedjes naast mij kwamen en gingen. Een ideale zaterdagmiddag zou je zeggen. En toch voelde ik me niet op mijn plek. Na vijf maanden nu weer terug in Nederland. En voor het eerst sinds lange tijd voel ik me er ‘buiten’ vallen. Het publiek oogt hipper, leuker, alternatiever, stoerder… dan ik. Ineens twijfel ik ook over de broek die ik aanheb, vind ik mijn zonnebril stom. En weet ik heel zeker dat al die mensen beter weten wie ze zijn dan ik.

Weten wie je bent. Is dat überhaupt mogelijk?

Ik vraag me af waar deze plotselinge onzekerheden vandaan komen. Maandenlang leefde ik in een stad waar ik vooraf niemand kende. Ik ontmoette mensen van over de hele wereld. Mensen met hele andere ideeën over het leven (of kleren). En toch heb ik me daar zelden druk gemaakt over hoe ik er uit zag of over wat ik voor waardevol hield of niet. En nu in een park om de hoek voel ik me ineens niet meer leuk genoeg.

Voor me uit filosoferend tussen de ‘hippere’ bezoekers om me heen, denk ik het te gaan begrijpen. In Duitsland was het leven enerzijds maakbaar. Juist omdat niemand me kende, had ik de keus bepaalde delen van mezelf een minder grote plek te geven (zo ook de reuma). Maar meer nog dan de keuzes die ik kreeg, werd ik gemaakt door het feit dat ik er was. Ik was ‘de Nederlander’. Of ‘de Erasmusstudent’. Een identiteit had ik als het ware al doordat ik als buitenlander in Duitsland woonde. En elke keer als ik wél onzeker was, hoefde ik me maar heel even te realiseren waar ik me bevond. Bij het besef het lef gehad te hebben dit Erasmussemester te voltooien, verdween al mijn onzekerheid als sneeuw voor de zon. Mijn kracht zat in mijn beslissing dit halfjaar aan te gaan.
En nu terug in Nederland is dát gevoel weg. Ik ben weer gewoon Nederlander onder de Nederlanders. Ik hoor niet meer vanzelfsprekend ergens bij. Ik moet weer een eigen identiteit vormen en voel me zoekende. Het duizelt in mijn hoofd.

Gisteravond ontmoette ik twee vriendinnen in de kroeg. We praten over Duitsland, over hun halfjaar in Nederland. Over de studie, liefde, eten. Ook vertel ik ze over de toestand van mijn reuma (lees: actief en pijnlijk). Het feit dat er weer een infuus Rituximab gepland staat brengt ze niet van de wijs. Ze reageren rustig en met aandacht. Maar als ik mijn verhaal heb gedaan, gaan we ook zonder problemen weer over op het volgende onderwerp (toetjes). En op dat moment realiseer ik me iets belangrijks.

Kun je weten wie je bent? Of is dat een vraag waar we allemaal ons leven lang mee blijven worstelen? Ik denk dat laatste. Al was het alleen maar omdat je ook steeds weer verandert. En soms leidt dat tot fases waarin je je zoekende voelt. Maar uit de reactie van mijn vriendinnen kan ik één ding met zekerheid concluderen: gedefinieerd door reuma word ik in elk geval niet. Daar waar ik in Duitsland het thema ontweek, vormt het hier proportioneel gezien inmiddels een ‘gezond’ deel van mijn leven. Kan het er zijn naast al die andere delen van mij. Ik besluit dat ik daar minstens net zoveel kracht uit mag halen als uit mijn beslissing naar Duitsland te gaan. Op die basis kan ik de rest van mijn vragen wel aan.

POSTED BY Carlo | aug, 17, 2014 |