Wat mijn reuma betreft heb ik twee soorten goede vrienden. Vrienden waarmee ik kan praten en vrienden die niks terug zullen zeggen, maar die wel ontzettend fijn zijn om te hebben. Onder de eerste soort vallen mijn vriendje, mijn familie en mijn beste vriendinnen/vrienden. Vrienden die onder categorie 2 vallen, komen vooral goed van pas op slechte dagen. Ze bestaan onder andere uit mijn medicijnen, eten, mijn hulpmiddelen en vooral mijn make-up.

Als ik ‘s ochtends helemaal naar wakker wordt grijp ik als eerste naar mijn pijnstillers en kruip ik nog even weg onder de dekens tot ik merk dat ze een beetje beginnen te werken. Dan loop ik naar de douche; een andere goede vriend, lekker heet het liefst. Als ik daar een tijdje onder heb gestaan is mijn lichaam weer iets soepeler. En na een bakje havermout en een warme kop thee heb ik al een stuk meer energie.

De vrienden die wel terug kunnen praten, daar word ik elke dag blij van. En helemaal als ik niet me niet goed voel, want dan zijn ze er voor me. Als ik verdrietig ben, dan praten we daar over. Als ik een keer niet uit bed kan komen, kan ik altijd rekenen op mijn vriendje Marc. Het zet dan een lekkere kop thee voor me en warmt mijn hittepit op. Moet ik ergens naar toe? Dan haalt hij me uit bed, wast mijn haren en strikt mijn veters voor me.

Als ik op zo’n slechte dag ergens naartoe moe, ben ik niet alleen Marc dankbaar. Ook mijn niet-pratende vrienden komen dan goed van pas. En dan vooral mijn make-up. BB Cream van Garnier maakt mijn huid minder grauw, concealer van Bobbi Brown laat mijn wallen verdwijnen als sneeuw voor de zon. Shimmerbrick op mijn wangen voor wat kleur en een gezonde glow en wat mascara voor een wakkere blik. Zo hoef ik me in ieder geval geen zorgen te maken over de gevreesde: ‘Ben je ziek?’ of ‘Zo, dat was zeker een latertje vannacht?’

Mijn goede vrienden en vriendinnen (van de pratende soort) weten dat ze dit soort vragen sowieso beter niet kunnen stellen als ik met een grafgezicht aankom op de uni, de hockey of de koffie/lunch/diner/drankje-date. Dan volstaat een korte ‘niet zo best’ op de vraag hoe het met me gaat. Dan weten ze dat we het een andere keer wel over mijn gezondheid spreken. Dan praten we snel over andere dingen; knappe mannen, lekker eten, fijne vakanties, relaties, de nieuwste roddels (je kent het wel).

Ik heb ook een paar pratende vrienden (waaronder mijn moeder en Marc) die al aan me zien dat het niet goed gaat, nog voordat ik het zelf weet. Irritant is dat. Maar ook fijn, zij kunnen me afremmen voordat ik zelf door heb dat dit nodig is. Dat bespaart een heleboel van die nare dagen. En dus ook een heleboel geld, want pfoe mijn niet pratende vrienden zijn duuuuur.

Probeer jij de ‘Ben je ziek?’ ook te ontwijken, of maakt het jou niet zoveel uit? En wie (of wat) zijn jouw goede vrienden op een slechte dag?

Liefs, Philine

POSTED BY Carlo | nov, 20, 2014 |