deurmat-thuis-mars-and-more0

Ik heb mijn broer al ruim een week niet gezien als ik rond etenstijd de huisdeur beneden dicht hoor slaan. Ik voel dat ik hem gemist heb en zin heb hem weer te spreken. Hij en ik kunnen lachen als ik met weinig andere kan en met niemand anders heb ik zoveel lol aan tafel als we al plagend, de kookkunsten van mijn moeder afkraken (die overigens heerlijk kan koken). Maar in plaats van een gezellig ‘’Hoi!’’ opent mijn broer met de vraag wanneer we gaan eten en aan zijn stem hoor ik dat de stemming er even niet zo goed in zit. Voor ik het weet heeft hij zich teruggetrokken op zijn kamer. Hij schrijft momenteel zijn promotievoorstel en de stress zit hem duidelijk hoog. Even voel ik irritatie (hij kan toch wel gewoon even hoi zeggen?!). Maar seconden later voel ik dat dit eigenlijk precies is wat een huis een thuis maakt (hoe cliché ook). Omdat je thuis met mensen woont bij wie je jezelf kan zijn ook als je knetter chagrijnig bent en he-le-maal geen zin hebt om gezellig te doen. Daar waar je je op je werk, stage, studie of zelfs bij vrienden aanpast aan het ‘sociaal wenselijke gedrag’, gooi je thuis gewoon de deur achter je dicht.

Ik denk aan vorige week toen ik na een stagedag waarop ik me behoorlijk geconfronteerd voelde met mijn reuma mijn studentenhuis in Utrecht binnenliep. Een van mijn huisgenootjes stond al te koken, maar in plaats van haar te vragen hoe haar dag was, gooide ik mijn jas richting kapstok en mijn kamerdeur trok ik snel achter me dicht. In mijn hoofd was ik onrustig en had ik even geen ruimte om gezellig te doen. Na een minuut of tien liep ik de keuken in en in plaats van dat mijn huisgenootje geïrriteerd reageerde omdat ik haar het meeste werk had laten doen, vroeg ze me open hoe het met me ging. Voor ik het wist raasde ik los over mijn ervaringen die dag. Hoe frustrerend ik het vond dat mijn voeten zo’n zeer deden. Hoe zeer ik er van baalde dat mijn stagebegeleider nu had gezien dat ik toch ook wel kwetsbaar was (want het liefst ben ik toch die altijd sterke, onschendbare vrouw…). En hoe enorm stom het voelde dat ik nu alweer geen energie had om nog te gaan sporten. Mijn huisgenootje kookte ondertussen rustig door en deed niet veel meer dan af en toe knikken en bevestigen.

We hebben allemaal onze buien. Over scriptiestress en promotievoorstellen. Over onze tentamens, niet lekker lopende vriendschappen en relaties. Maar daarnaast moeten zowel mijn familie als mijn huisgenootjes mijn reuma-buien incasseren. Vaak frustratie, soms verdriet. Of als ik terugkijk op de afgelopen winter, flink wat dagen waarin ik ziek op bed lag en zij voor het eten en de thee zorgden. Ik voel me er niet schuldig over dat het zo is (oké stiekem misschien soms heel even…). Maar ik voel me wel dankbaar voor het feit dat ik niet alleen bij mijn moeder en broer, maar ook bij mijn huisgenootjes een plek heb die ik thuis kan noemen. Omdat het me niet meer uitmaakt in welke pyjama ik er rondloop. Omdat ze met en zonder make up kennen. Maar bovenal omdat ik er ook knetter chagrijnig kan binnenlopen, vragen wat we eten en vervolgens mijn kamerdeur dichtrekken. Omdat ze weten dat mijn bui niet aan hen ligt, de enige met wie ik op dat moment ruzie heb, ben ik zelf. En gelukkig waait die ruzie vanzelf weer over en ben ik daarna weer gewoon de leuke en gezellige huisgenoot die ik ook ben. Net zoals ik weet dat mijn broer en ik volgend weekend vast het eten van mijn moeder weer bekritiseren, terwijl we er stiekem enorm van genieten dat er voor ons gekookt wordt. Dank Mam ;-).

POSTED BY Carlo | jun, 15, 2015 |