Ben jij wel eens heel jaloers? Zo jaloers dat je gaat lijken op zo’n groen grimmig Disney figuurtje met pruillip, fronsende wenkbrauwen en een blik waarmee je iedereen om je heen op grote afstand houdt? Ik helaas wel. En dat geef ik niet graag toe, want jeetje, wat is jaloezie eigenlijk een vervelende emotie. Je wordt er chagrijnig van (zo dat de donderwolken om je hoofd steeds zwaarder worden), je wordt er niet mooier op (lachend vind ik het mezelf toch echt het leukst), je vindt jezelf alleen maar zieliger (zelfmedelijden is zelden een oplossing…) én je maakt er geen vrienden mee (en alleen is ook maar zo alleen). Gevolg: ik word nóg jaloerser, want de hele negatieve cirkel waar ik mezelf instort, maakt alleen nog maar duidelijker dat die ander het beter heeft dan ik.
En toch heb ik soms last van dit vreselijk lelijke gevoel. Helaas ontstaan die momenten eigenlijk altijd in relatie tot reuma. Van de week voelde ik letterlijk hoe mijn gezicht groen kleurde en de donderwolken zich boven mij verzamelden toen ik thuiskwam na een lange dag studie en werk, en zag dat mijn huisgenootjes richting sportschool waren verdwenen. Toen ze vlak daarna thuiskwamen en vertelden hoe hun dag was geweest (stage, studie, werk, koken) en hoe ze daarna toch nog zin hadden te gaan sporten, groeide het kokende groene mannetje in mij met elke zin die ze uitspraken over hoe lekker het was geweest. Ik had de neiging mijn kamerdeur voor ze dicht te gooien en mezelf op te sluiten met mijn pruillip en fronsende wenkbrauwen. Min of meer dat heb ik dan ook gedaan…
De afgelopen dagen moest ik veel denken aan dit moment. Want zoals hierboven al beschreven vind ik jaloezie eigenlijk geen tof gevoel. De enige functie die deze emotie in mijn ogen heeft, is dat het je inzicht kan geven in wensen of dromen waarvan je niet wist dat je ze had. Zo’n moment waarop je een vriend of kennis over iets hoort praten en je ineens dat vervelende groene grimmige Disney mannetje in jezelf voelt opkomen. Dat kan een leermoment zijn, omdat je misschien niet eens wist dat dat waar die ander over praat, iets is waar je zelf ook van droomt. Dan kan het behulpzaam zijn, omdat het je kan aanzetten tot het uitzetten van nieuwe paden. Dán heeft jaloezie een functie.
Maar in mijn voorbeeld, waar ik mijn huisgenootjes over de sportschool hoor, daar biedt de jaloezie me weinig. Ja, ik zou willen dat ik na zo’n immens volle dag ook nog ‘ff’ naar de sportschool fiets en me uitleef op de apparaten. En nog veel meer zou ik willen dat ik als ik er dan was, ook alles gewoon kon uitproberen zonder direct mijn achillespees te voelen of mijn knieën te overvragen. Dan ben ik zó jaloers op al die mensen die denken dat sporten iets vanzelfsprekends is, dat het gewoon een kwestie is van je grenzen verleggen en gaan. Dan wil ik hebben wat zij hebben; die heerlijke onbezorgdheid over hun eigen lichaam. Maar jaloezie gaat me niet helpen dat terug te krijgen. Natuurlijk is sporten belangrijk voor me, misschien stiekem nog wel meer dan voor niet-reuma patiënten, maar altijd met het oog op het evenwicht tussen belasting en belastbaarheid. Altijd met voorzichtigheid en afweging. En sommige dingen zitten er misschien gewoon niet in.
Ik denk dan ook dat ik moet leren mijn jaloezie op dit gebied los te laten. Me groen, alleen en zielig voelen is niet mijn favoriete dagbesteding. En dus moet ik stoppen me te vergelijken met al die hippe afgetrainde zwetende lijven in de sportschool en accepteren dat ik sport (meestal) niet als zo ontspannen, makkelijk en ‘’lekker’’ kan ervaren. Ik ga er mijn best voor doen, maar acceptatie is een groot woord en een nog grotere actie, dat hadden we al eerder geconcludeerd. Dus voorlopig ben ik denk ik af en toe ook gewoon nog een groen grimmig mannetje met fronsende wenkbrauwen en een donderwolk boven mijn hoofd. Ik word er niet mooier, liever of gezelliger op, maar ik doe mijn best…