Wat doe je als je pijn hebt, je vader je naar beneden roept en je daar onverwacht al je vriendinnen aantreft? In deze voorpublicatie barst Jasmijn in tranen uit, en dat doet ze niet zonder reden.
Jasmijn – Zaterdagavond
Het is zaterdagavond. Een paar dagen nadat ik te horen kreeg dat ik reuma heb. Mijn vriendinnen gaan vanavond naar een verjaardag van één van de jongens uit ons dorp. Maar ik heb zo veel pijn en ben zo moe dat ik het niet ga trekken om mee te gaan. Hier baal ik ontzettend van, juist omdat ik me er zo op verheugd had om de meiden weer te zien. Ik plaatste een berichtje in onze groepsapp met uitleg over wat er nu precies aan de hand is. Ze reageerden heel lief. Maar ik sprak ze nog niet face to face. We zijn een groepje van vijf vriendinnen en kennen elkaar al jaren. Tot twee jaar geleden gingen we nog niet echt met elkaar om, maar nu zien we elkaar ieder weekend. Ik baal daarom ook extra hard, ik kan hun humor nu meer dan ooit gebruiken. Ik besluit Netflix aan te zetten en verder te gaan met Gossip Girl. Ik kijk nu seizoen 4, en vind het heerlijk om lekker weg te kijken.
Ik schrik van mijn naam, die wordt geroepen onder aan de trap. Het is mijn vader. ‘’Jas, wil je even naar beneden komen?’’ Ik zucht diep, ‘Waarom? Ik kijk Gossip Girl.’ Mijn vader loopt naar boven, klopt op mijn deur en vraagt nogmaals of ik naar beneden wil komen. Ik zucht weer maar gehoorzaam toch maar. Moeizaam stap ik uit bed en kijk verdrietig naar mijn knieën die erg veel pijn doen. Ik ga zittend de trap af en stap de woonkamer binnen.
‘’Wat is er nou? Ik zat midden in mijn…’’ en dan val ik stil. Daar zitten ze op een rij, Esmee, Fleur, Mila en Evi. Ik kijk ze aan en barst in tranen uit. Stuk voor stuk staan ze op en knuffelen mij stevig. Fleur loopt naar de gang, en komt terug met een grote beren knuffel met een hele grote kaart er aan. Ze overhandigt mij de knuffel en de kaart waarop ik nog harder ga huilen. Ik neem plaats op de stoel, en Mila gaat naast mij zitten en slaat een arm om mij heen. Op de kaart staat een afbeelding van ons vijven, een mooie foto van mijn verjaardag vier maanden geleden. Op de kaart schreven ze allemaal een verhaaltje, en de namen van hun ouders. ‘’Oh meiden, ik weet niet wat ik moet zeggen. Wat een verrassing en wat onwijs lief dat jullie er zijn!’’ snik ik. Evi reageert namens iedereen ‘’Tuurlijk zijn we hier Jas, jij moet dit niet alleen doen!’’ Ze zijn nieuwsgierig hoe het in het ziekenhuis was en ik vertel emotioneel over het consult van afgelopen dinsdag. Ik vertel de meiden alle details, en merk dat het behoorlijk oplucht.
Esmee staat op en zegt ‘’Nou Jas, neem zo’n lekkere pijnstiller in, kleed je om en fix je gezicht een beetje. Dan ga je mooi twee uurtjes met ons mee. En als het eerder niet gaat, bel je je ouders en halen zij jou op.’’ Ik kijk haar verschrikt aan, ‘’Eh, hoe bedoel je?’’ vraag ik. ‘’Nou, wij hebben met je ouders overlegd zodat je mee mag.’’ Ik sta ietwat onstabiel op en knuffel de meiden stuk voor stuk stevig. Dan loop ik naar mijn ouders, knuffel hen ook en druk daarna een kus op hun wangen. ‘’Bedankt pap en mam, dit heb ik echt even nodig!’’ ‘’Geen probleem meid, ga je nu maar snel klaar maken!’’ zegt mijn moeder. Ik loop terug naar de woonkamer en glimlach nog een keer naar de meiden voordat ik zittend de trap op ga naar boven. Snel trek ik mijn leren rok met een panty aan, met een los zitten donkerrood bloesje, deze kleurt mooi bij mijn bruine haren. Daarna was ik mijn gezicht, en smeer ik er wat crème op. Ik teken mijn wenkbrauwen iets bij, trek een eyeliner op mijn ooglid en doe wat mascara op mijn wimpers. Ik bekijk mijzelf snel in de spiegel en vind dat ik er zo mee door kan.
Voorzichtig loop ik de trap af. Deze keer natuurlijk niet zittend omdat ik bang ben dat mijn panty scheurt. Beneden zijn de meiden gezellig aan het kletsen. En ik ben ze zo dankbaar voor dit moment. Wat is het toch fijn om mensen om je heen te hebben die zo veel om je geven. Voor hen zou ik hetzelfde doen, maar toch. Eenmaal in de woonkamer draai ik een rondje om goedkeuring te krijgen voor mijn outfit en de meiden klappen goedkeurend. ‘’Nou Jassie, laten we maar gaan dan!’’ zegt Evi. Ik juich haar antwoord toe en pak mijn jas in de gang. De rest volgt mijn voorbeeld. ‘’Je kan bij mij achterop hoor,’’ zegt Mila. We lopen naar buiten naar de fietsen en ik stap bij Mila achterop.
– Mariska