Afstudeertwijfels
Afscheid nemen bestaat niet, maar na zes jaar is het deze zomer zover: mijn studententijd loopt ten einde. Iets waar de meeste van mijn leeftijdsgenoten vooral blij mee zijn – althans, voor zover ik het meekrijg van anderen. Voor mij voelt het anders. Deze column wordt dus een eerlijke, waarin ik mijn worstelingen met afstuderen deel.
Allereerst even het positieve: ik heb echt ontzettend genoten van mijn studietijd. Vanuit mijzelf ben ik heel erg leergierig. Nieuwe informatie leren, boeken en artikelen lezen, papers schrijven en colleges volgen sluit hier dus perfect op aan. Ik heb dan ook volop gebruik gemaakt van alle mogelijkheden om keuzevakken en extracurriculaire onderdelen te volgen. Ondanks de Coronatijd waarin de universiteit dicht ging en ik gedurende lange tijd alles vanuit huis heb gedaan, ben ik zo dankbaar voor de afgelopen jaren.
Toen ik aan mijn studie begon was ik nog helemaal niet zeker over mijn toekomst en of ik wel een juiste keuze had gemaakt. Gaandeweg ben ik steeds meer gaan zien dat dit dé studie voor mij was – ik kan me nu niet meer voorstellen wie ik anders zou zijn geweest. Ook mijn afstudeerstage paste zo goed bij mij, dat ik met pijn in mijn hart weg ben gegaan toen hij afliep. Een goed teken, maar het voelt voor mij ook heel kwetsbaar. Zou ik datzelfde fijne gevoel weer kunnen hebben, maar dan in de ‘echte’ baan met bijbehorende verantwoordelijkheden?
Hierbij komt mijn reuma ook om de hoek kijken. Ik ga nu het hele sollicitatieproces dat ik voor mijn stage heb gehad opnieuw door. Elke keer weer die onzekerheid: benoem ik mijn reuma wel of niet? Hoe zullen ze erop reageren? Zouden er ook parttime mogelijkheden zijn, of is er flexibiliteit rondom mijn infuus? Hoe zit het met hybride werken? En wat mag ik eigenlijk van een werkgever verwachten in al deze zaken?
Ik merk dus dat mijn onzekerheid weer omhoog kruipt. Terwijl iedereen op sociale media foto’s deelt van diplomauitreikingen en nieuwe werkplekken aankondigt, zit ik nog middenin de twijfelstand: wat wil ik nou precies, en vooral: is het wel haalbaar? Überhaupt vind ik de overgang van studeren naar werken lastig: het voelt opeens serieus, ‘echt’, en alsof je het opeens allemaal moet weten.
Nu weet ik natuurlijk zelf ook wel dat dat in de praktijk helemaal niet zo zwart-wit is. Het gaat ook stapje voor stapje, en je hoeft niet bij het afstuderen meteen je droombaan te hebben. Gewoon ergens beginnen en wat aan klungelen is ook al goed genoeg – ervaring doe je toch wel op. En die twijfels en worstelingen, die horen er ook gewoon bij. Dit probeer ik dus maar tegen mezelf te herhalen. Wat dat betreft heb ik van mijn stage geleerd: het kan beter worden dan je je van tevoren in kunt beelden. Groot dromen dus. Dat gaan we maar doen. 🙂