Hashtags zijn fantastische dingen. Mits juist gebruikt kunnen ze een grap tot ongekende hoogten brengen (één van mijn favorieten: “Verwarde man verstoort verkiezingsdebat #Roemer”), ze maken de toch ietwat onwennige Twitterwereld een stuk overzichtelijker en verbinden hulpbehoevende types met kant-en-klare oplossingen (zo heb ik middels #dtv diverse computercrashes weten te voorkomen en een gratis nieuwe bandrecorder gekregen). En zoals ik het bij Facebook razend interessant vind om te zien hoeveel foto’s ik van mijn katten kan plaatsen voor men daadwerkelijk tot ontvrienden overgaat, zo is Twitter voor mij evengoed een spel tussen het persoonlijke, het zakelijke en De Rest.
Onder de hashtags #huisvrouwinoost en #stiefmoederinoost plaats ik de meest knullige dingen over kappers, stofzuigers en pedagogisch verantwoorde Super Mario-sessies, klaagpartijen verschijnen in de reeks #kleinleed en als ik iets stom vind zet ik er standaard ‘faal’ in. En zo hebben miljoenen gebruikers hun eigen reeksjes, die soms groeien, soms verdwijnen, maar heel vaak scherp, grappig en origineel zijn. Meestal zit er een knipoog in, dat vind ik het mooist.
Maar in die grote, wondere wereld die Twitter nu eenmaal is, miste er nog een hashtag voor het moment dat je in het ziekenhuis aan lichamelijk onderzoek wordt onderworpen en je erachter komt dat je a) wéér je benen niet hebt geschoren b) geen matchend ondergoed hebt aangetrokken. Of dat je afspraak bij de oogarts een uur geleden was in plaats van over een kwartier.
Er was nog niets voor het door je enkel zakken op weg naar de uitgang van de kroeg, waardoor mensen dachten dat je dronken was terwijl je alleen last had van een zwak gewricht, niets voor wachtkamerpret of oude mannetjes die in de lift tegen je zeggen dat je ‘zulke jonge benen hebt’. Geen naam voor de zoveelste afgezegde afspraak.
Ik miste een overkoepelende hashtag voor al die momenten waar je, stoer als je probeert te zijn, maar een grapje over maakt, terwijl ze eigenlijk helemaal niet leuk zijn. Want die momenten zijn er en die deel ik net zo lief als de momenten waarop mijn kitten zichzelf op mijn schouder parkeert.
#Reuma vond ik te droog, te serieus, te weinig zelfspotterig, #fuckmyreumalife was het ook niet helemaal (hoewel?). Eigenlijk weet ik niet meer zeker hoe ik er uiteindelijk op ben gekomen, maar vanaf de eerste post (“enkelpijn is niet fijn #lolreuma”) wist ik: dit is hem. Dit dekt precies de juiste lading.
Langzaamaan wordt de hashtag opgepikt. Marlies Allewijn, wiens jeugdroman volgende week uitkomt (SchEef, over een meisje met reuma, dus volg/lees/koop dat boek!), heeft hem gretig van me overgenomen, en met haar nog een paar anderen. Het zou geweldig zijn als Twitterende reumapatiënten elkaar kunnen vinden middels de hashtag #lolreuma. Gewoon, omdat er weinig lolligs aan is maar we er wel cool onder blijven (en vaak ook niet, en dat is ook helemaal prima).
12 oktober is het Wereldreumadag. Ik stel voor dat we dan met elkaar schuilen onder de digitale paraplu die #lolreuma zou kunnen worden. Want fuck ons reumalife. Maar wel met een knipoog.