Dag schattig ontstekingsvocht, hallo lieve injectie, goeiemorgen prachtige pijnstiller! Nee, zo’n warm onthaal krijgt De Reuma niet bij mijn familie thuis, maar steunend, kreunend en klagend op de bank zitten is ook geen optie. Humor daarentegen wordt door zowel mijn ouders, mijn zusje als door mij wel met open armen ontvangen. Laten we zeggen dat ik krom staan van het lachen boven krom staan van de reuma verkies en dat mijn familie mij daar een handje bij helpt 😉
Je wilt een voorbeeld? Ik denk dan gelijk aan mijn zusje die afgelopen februari mijn eerste gele-rolstoel-op-Schiphol-ervaring tot een onvergetelijke maakte door me met gierende banden door de mensenmassa heen te sjezen. Daarna eiste ze zelf ook een rolstoel op -“Want anders wordt Oma voorgetrokken” – en waanden we ons twee prinsesjes die van hot naar her gereden werden. Zat ik zowaar te genieten van deze eigenlijk niet-leuke ‘eerste keer’.
Ik denk ook meteen aan mijn vader, die me na weer een vervelende injectie in een gewricht mee uit eten nam en handenwrijvend zei: “Goh,we zouden vaker zo’n gezellig uitje moeten doen.” Een giller!
En wat dacht je van mijn moeder? Mijn moeder, met wie ik de film Intouchables voor de honderdste keer keek, waarna ze quasi verontwaardigd met twinkeloogjes verzuchtte dat het toch jammer is dat ik geen eigen rolstoel heb (degenen die de film gezien hebben snappen vast dat ze geïnspireerd raakte door de scène waarin de zwaar gehandicapte Fransman weerloos doch lachend in zijn rolstoel zit en door zijn van oor tot oor lachende Senegalese hulpverlener bekogeld wordt met sneeuwballen..). Keiharde humor, maar ik houd ervan.
Een buitenstaander snapt er misschien niets van, vindt het niet kunnen of vindt er gewoonweg geen klap aan, maar binnen mijn familie werkt het maken van grappen als een soort magie die ons overstijgender, sterker maakt. En daarmee de reuma minder belangrijk en dus zwakker.
Totdat…
… ik alles en iedereen met zijn stomme grapjes helemaal zat ben. Ik wil niet dat mijn vader grapt dat hij mijn privéchauffeur is. Ik wil niet dat mijn moeder het keukenkastje reuma-proof heeft ingedeeld. Ik wil niet dat mijn zusje “Omaaaa, opschieten!” naar me roept. Soms is alles waar ik anders om kan brullen van het lachen helemaal niet meer zo grappig (want ik heb reuma hoor!) en wil ik het liefst dreinend als een klein kind door het huis stampen. Maar ja, dat doet dan weer zeer aan mijn gewrichten, dus zit er niets anders op dan De Reuma zuchtend, steunend en kreunend op de bank neer te laten ploffen en hem vooral heel veel negatieve energie uit te laten stralen.
Maar niet voor lang. “Kom Oma, doe je jas aan. We gaan naar de film. Wie het eerste bij de auto is!”
Krom staan van het lachen is vandaag misschien wat veel gevraagd, maar er ontpopt zich in ieder geval een klein glimlachje om mijn mond. Ik hijs mezelf van de bank en bedenk: Best leuk, die familie van me.