Als ik mijn oppaskindje van vier jaar van school haal en hem met moeite op het stoeltje van de fiets til, zeg ik: “Nou gelukkig ben je nog niet zo zwaar”. Het eerste wat ik terugkrijg is: “Maar ik ben toch wel al heel groot?”
Gek genoeg had ik als kind al vroeg door dat groot worden vrijheden met zich mee brengt, maar misschien nog wel meer verantwoordelijkheden. Als kind voelde ik me geborgen, veilig; zolang pap en mam er waren zou het wel goed komen. Heel soms zag ik ze zelf verdrietig en ik kan me nog goed de eerste keer herinneren dat ik me realiseerde dat ouders dus niet onschendbaar zijn. Bij groot worden hoort pijn hebben en het zélf moeten oplossen, niemand die garandeert dat het wel goed komt. Vanaf dat moment heb ik dan ook de missie aangenomen gewoon niet groot te worden, ik zou voor altijd klein blijven.
Ik ben bang dat mijn missie niet helemaal geslaagd is… Groot worden gaat vanzelf (en inmiddels gelukkig niet meer helemaal tegen mijn zin in), maar niet zonder groeipijn.
Toen ik vier jaar geleden van het ene op het andere moment verrast werd door ontstekingen voelde ik me enorm in de steek gelaten door mijn lichaam. Ik kwam terecht in een circus van hulpverleners waarin de regie over mijn lijf even werd overgenomen. Mijn arts zei mij welke medicijnen ik moest nemen, mijn bloedbeeld toonde hoe het met de ontstekingen ging, mijn fysiotherapeut leerde mij hoe ik moest bewegen. En aangezien ik het vertrouwen in mijn eigen lichaam niet langer als vanzelfsprekend ervoer (dat lijf deed toch wel wat hij zelf wilde), voelde het veilig dat anderen mij vertelden wat ik moest doen. Zij zouden wel voor me zorgen.
Op zich is dit alles in eerste instantie normaal en ‘gezond’. Ik heb immers niet gestudeerd voor reumatoloog, fysio- of ergotherapeut. Het probleem is echter dat ik het vertrouwen in mijn lichaam volledig vervangen heb door het vertrouwen in deze hulpverleners en hun methodieken. Vandaag wordt me dat gevoel ineens pijnlijk duidelijk als ik op de loopband bij de fysiotherapeut sta. Ik heb voor het eerst sinds lang weer echt een slechtere periode; desondanks besluit ik toch te gaan sporten. Maar als ik op de hardloopband sta steekt de pijn als een mes in m’n knie. En daar waar ik normaal gesproken doorga (het staat immers op mijn schema), realiseer ik me vandaag plotseling dat mijn schema of mijn fysiotherapeut niet voelen wat ik voel. Ik stop de band en zeg: “Vandaag kan ik niet hardlopen”.
Het lijkt een simpel moment, maar voor mij was het een als groeistuip. Voor het eerst sinds lange tijd besluit ik namelijk weer op mijn eigen lichaam te vertrouwen. Daar waar je vader en moeder je op een gegeven moment niet meer kunnen vertellen wat je op je brood moet smeren (het zijn de kleine vragen des levens die echt ingewikkeld zijn), realiseer ik me ineens dat waar het op mijn lichaam aankomt, ik het ook zelf moet doen. En dat houdt in dat ik mijn lichaam weer serieus moet gaan nemen, ondanks dat het me heeft laten vallen.
Vertrouwen op anderen biedt veiligheid: totdat je er achter komt dat ook zij de antwoorden niet hebben. Dat is het moment dat je, vanzelf, gaat groeien.