De Deskundige van de Maand van juni 2014 is Zuzana de Jong. Ze is Reumatoloog geweest en is nu medisch onderwijzer, waarbij ze les geeft over klachten van het bewegingsapparaat aan studenten Geneeskunde. Wij spraken met haar over haar werk. Heb jij ook een vraag? Stel deze dan onder dit artikel, Zuzana is de hele maand beschikbaar om vragen te beantwoorden.
Je bent lange tijd reumatoloog geweest. Waarom heb je voor dit vak gekozen?
Het is eigenlijk toeval dat ik reumatoloog ben geworden. Mijn primaire belangstelling ging namelijk uit naar huisartsgeneeskunde. Nadat ik stages heb gelopen bij twee vrouwelijke huisartsen in de Randstad zag ik er toch vanaf. Ik vond de manier waarop ze hun werk deden eigenlijk te maatschappelijk werk-achtig: veel praten en weinig écht doen. De klachten waar de meeste patiënten mee kwamen hadden vaak te maken met psychosociale factoren en mensen kwamen vooral om te praten. Er werd niet eens bloeddruk gemeten, de patiënt werd niet aangeraakt! Dat vond ik niet boeiend genoeg. Ik wilde graag bezig zijn, niet alleen met het menselijk denken maar ook met hun lichaam. Dat vond ik helemaal in de reumatologie. Het sociale aspect en het fysieke aspect zijn beide in even grote mate aanwezig. Zeker nu met de komst van de Biologicals, met hun sterke werking maar ook de potentiële bijwerkingen moet je goed nadenken voordat je iets voorschrijft, goed overleggen met de patiënt, duidelijke uitleg geven en zorgen dat de controles goed zijn. Het vak is enerzijds veel wetenschappelijker geworden, anderzijds weten de mensen zelf ook veel meer en vragen veel meer dan vroeger. Dat maakt dit vak super interessant en boeiend.
Heb je veel jongeren op het spreekuur gezien? Waarin verschillen jongeren met reuma van ouderen met reuma volgens jou?
Op mijn spreekuur zag ik natuurlijk vooral ouderen. Dit heeft te maken met het voorkomen van de reumatische aandoeningen: naarmate mensen ouder worden hebben ze meer kans om reuma te krijgen. Ik heb ook veel jongeren gezien omdat ik degene was naar wie de ’transitie-patiënten’ (jonge mensen met artritis die de overstap maken van de kinderreumatoloog naar de volwassen reumatoloog) werden doorverwezen. Dit is iets wat ik nooit had willen missen! Op deze leeftijd komen de patiënten vrijwel altijd samen met een ouder. De ouder is gewend om het woord te doen. Je kan duidelijk zien dat de patiënten zich op die leeftijd al een beetje aan het verzelfstandigen zijn, aan het losmaken zijn van hun ouders. Aan de ene kant natuurlijk heel loyaal aan de ouder, aan de andere kant al snakkend naar de zelfstandigheid. Je moet je voorstellen: bij de kinderreumatoloog is het hele gezin erg belangrijk bij de behandeling van een gezinslid. De kinderreumatoloog richt zich, ook gezien de leeftijd van het kind, met uitleg vaak ook op de ouder die natuurlijk erg bezorgd is en misschien ook meer begrijpt dan het kind. In de puberteit verandert dit allemaal. Het kind wordt volwassen en accepteert niet meer onvoorwaardelijk het gezag van de ouder, is zich aan het ontworstelen. Dat maakte mijn jongeren spreekuur erg interessant! Daarnaast is de ‘kinderreuma’ ook vaak anders dan reuma bij volwassenen. Dat vereist veel kennis en soepelheid. De jongeren hebben tenslotte ook een heel ander levensperspectief. Ze moeten nog gaan kiezen wat ze gaan doen, er is nog geen levenspartner, meestal ook nog geen kinderwens.
Daarnaast ben je gespecialiseerd in onderwijs en de participatie van patiënten hierin. Waarom is het belangrijk dat patiënten meewerken aan het onderwijs?
Ik ben al jaren bezig in het medisch onderwijs. Ik organiseer en geef onderwijs aan 3e jaar Geneeskunde studenten. Het hoofdthema is: klachten van het bewegingsapparaat. Wat me vanaf het begin af aan opviel, was dat de studenten nog nooit een patiënt hebben gesproken of aangeraakt. Dat vond ik erg jammer. Hoe kan je ziektebeelden uit je hoofd leren en niet weten hoe het is voor de patiënten, hoe het hun leven beïnvloedt, hoe het voelt om een vorm van reuma te hebben en hoe ziet dat er uit?
Daarom heb ik gezorgd dat deze studenten de mogelijkheid krijgen om in contact te komen met ‘echte’ patiënten. Inmiddels hebben we tientallen patiënten van onze polikliniek reumatologie bereid gevonden om aan het onderwijs mee te doen. Elk jaar komen ze naar het ziekenhuis om onderwijs te geven aan onze 3e jaars studenten. Dit wordt door de studenten zeer gewaardeerd en dat laten ze in de jaarlijkse beoordeling van het blok Bewegingsapparaat merken. Gelukkig wordt dit type onderwijs ook door andere vakken (zoals Revalidatie en Neurologie) overgenomen! Om dit te stimuleren komt er binnenkort ook een artikel over uit in het ziekenhuisblad van het LUMC. Hiertoe is ook een aantal deelnemende patiënten geïnterviewd om hun verhaal te vertellen. Ik had nooit verwacht dat patiënten het geven van onderwijs aan aanstaande dokters zo leuk zouden vinden!
Wat kunnen toekomstige dokters van patiënten leren, meer dan van een docent?
De studenten zijn nog jong en hebben meestal zelf geen ervaring met het ziek zijn. Hoe positief hun motivatie om het medisch vak in te gaan ook is, ze kunnen zich nog geen beeld vormen over wat het betekent om een chronische aandoening te hebben. Iets te mankeren wat je levensperspectief totaal kan veranderen. Hoe voelt het, hoe ga je ermee om? Om een goede dokter te zijn is een zeker inlevingsvermogen noodzakelijk. Het is lastig als je hiermee nog geen ervaring hebt. Dat kan de patiënt ze het beste zelf vertellen. Niet te verwaarlozen is overigens ook het belang van ‘in het echt zien’ wat er fysiek aan de hand is. Een heel simpel voorbeeld: een ontstoken en pijnlijk gewricht op een plaatje zien is totaal iets anders dan het gewricht aan te raken en voelen hoe het voelt en merken wat de patiënt voelt als je het gewricht aanraakt.
Kan je als jongere met reuma je ook opgeven om het onderwijs te ondersteunen?
Alle academische centra geven onderwijs aan medische studenten. Dat gebeurt in vele vormen. Je kunt meedoen aan de colleges waarbij de docent en de patiënt gezamenlijk ‘optreden’, maar er zijn ook (zoals in het LUMC) Blok-gerelateerde Vroege Patiënt Contacten waarbij de patiënten kleinschalig (bv. met een groepje van 2-4 studenten) samenwerken. Tijdens dit practicum kan je de student laten raden wat je mankeert doordat je je verhaal vertelt en je gewrichten laat voelen. Als je ook geïnteresseerd bent in participatie in onderwijs voor geneeskunde studenten, kun je dit het beste even aan je behandelend reumatoloog vragen.