Toen ik net gediagnosticeerd was, was de rolstoel mijn grootste angst. De keer dat ik een prednisonprik in mijn enkel moest, bracht ik een dag of twee door in die beruchte stoel. Ik vond het helemaal niets, te weinig bewegingsvrijheid. Naar buiten durfde ik niet, ik denk dat ik er nog niet aan toe was om die kant van mij en mijn reuma aan de wereld te laten zien.
Vijf jaar geleden moest ik er voor het eerst ‘echt’ aan geloven. Ik was met mijn familie in de dierentuin in Sydney, wat natuurlijk helemaal geen straf is, maar ik kon niet meer. Voorzichtig bracht mijn vader het op: ‘We kunnen anders ook een rolstoel halen bij het informatiepunt’. Ik twijfelde, maar ik heb een voorliefde voor dierentuinen dus ik besloot het toch te doen. Ik kon natuurlijk niet weggaan zonder de prairiehondjes en stokstaartjes gezien te hebben!
Een pretje vond ik het niet, ik was heel erg zelfbewust en merkte ik dat ik aangestaard werd. Lastig vond ik dat, bij mij is reuma normaal een onzichtbare ziekte. Niet voor iedereen natuurlijk, ik heb mensen in mijn omgeving die eerder zien dat het niet goed gaat dan ikzelf. De buitenwereld bedoel ik, ik zie er uit als een gezonde, sportieve en slanke meid. Niet gehandicapt zeg maar. Zou dat ook de reden zijn dat mensen zo staren? Omdat ze niet snappen waarom die ‘fitte’ jonge meid rond geduwd wordt? Is het gewoon nieuwsgierigheid misschien? Ik vond het in ieder geval erg ongemakkelijk. En koud, we hadden natuurlijk niet bedacht een kleedje of iets mee te nemen.
Afgelopen zomer, reisde ik met mijn vriend door Maleisië en Singapore. Na drie weken afwisselend veel lopen en veel op het strand liggen stond (uiteraard) de dierentuin in Singapore op het programma. We besloten om gelijk bij de ingang een rolstoel te regelen. Dat was best komisch, we kwamen daar allebei vrolijk aanwandelen. Het meisje achter de balie was nogal verbaasd toen we om een rolstoel vroegen: ‘It’s for me!’. ‘Are you injured?’ vroeg ze, over de balie spiekend naar mijn benen. Gelukkig begreep ze het gelijk toen we uitlegden dat het reuma was. En daar rolde ik.
Hoewel ik dit keer meer met mijzelf en de dieren bezig was merkte ik dat er toch weer veel gestaard werd. Mijn vriend zag het ook zei hij, toen ik het op bracht. ‘Ik staar gewoon terug totdat ze wegkijken’ zei hij. Ik besloot het net wat anders aan te pakken, wanneer ik iemand zag staren lachte ik heel lief terug. Soms zwaaide ik zelfs, dat werkte goed. De meesten keken snel weer naar de (andere) aapjes.
De middag eindigde bij de minihippo’s, die nu bij mijn lievelingsdieren horen (google ze, echt doen). Mijn vriend uitgeput en bezweet en ik dolgelukkig, we hadden ALLES gezien!
Wat denk jij over rolstoelen? En als je er (wel eens) in zit, wordt er dan ook zo gestaard?
Liefs,
Philine