vakantie

De column voor augustus schrijf ik heel ouderwets in een schriftje. Dat is voor mijn pols niet zo lekker, maar ik ben op vakantie en mijn laptop heb ik thuis gelaten. Na alle tentamenstress in de afgelopen maanden, heb ik heerlijk 1,5 maand vakantie. Ik zeg heerlijk, maar ik verveelde me al na een week. Gelukkig kon ik na een tijdje thuis zitten lekker op pad.

Op vakantie gaan is voor mij anders geworden dan vroeger, toen de reuma er nog niet was/niet zo erg was. Ik ging altijd met mijn ouders op ‘sportieve’ vakanties. We gingen eigenlijk altijd op fietsvakantie. Tent, slaapzak, matje en kleding achterop en dan fietsen van camping naar camping. We zijn zelfs een zomer van Parijs naar Nederland gefietst. Ik kan het me nu bijna niet meer voorstellen, dat ik door al die bergen fiets met al mijn spullen achterop (mijn rem liep die vakantie ook nog eens aan, moet je nagaan hoe hard ik moest trappen!).

Al sinds een paar jaar beginnen mijn vakanties meestal op een vliegveld. Maar ook dat is natuurlijk niet altijd een pretje met reuma. Lange rijen voor de check-in balie, én voor douane, én voor het boarden. Grote vliegvelden waar je kilometers moet lopen tot je bij de gate bent. Als je ver weg gaat uren lang in het (meestal niet super-comfortabele) vliegtuig. En als je aankomt, met opgezwollen gewrichten en kapot van de lange vlucht, weer die kilometers lopen en lange rijen.

De afgelopen 2 vliegvakanties ging ik daarom op pad bewapend met mijn medische verklaring. Als het niet meer ging wapperden we het ding in het gezicht van iemand die er belangrijk uit zag en kregen we meestal de hulp die ik nodig had. In Dubai en Singapore bijvoorbeeld ging dat uiteindelijk prima. Geen rijen, eerder boarden, rolstoel of zo’n leuk karretje voor langere afstanden. Echt heel erg fijn dat dat gewoon kan!

Toen ik in januari een weekje naar Curaçao mocht (geluksvogel, I know!), ging het even anders. Ik had van te voren niks aangevraagd, want ik voelde me best wel prima. Maar na de lange vlucht, zagen we een enooorme rij voor de douane. Toen we om hulp vroegen aan een lief uitziende mevrouw, zei ze dat ze haar best ging doen maar dat de baas van de douane (zo’n echte, strenge, Curaçaose, dikke dame) heel streng was. En inderdaad. Ze zei dat ik maar op één van de plastic stoelen moest wachten, terwijl Marc in de rij mocht gaan staan. Als hij dan aan de beurt was, kon ik aansluiten. Toen we er waren deed ze nog wel ‘heel aardig’ een extra hekje voor ons open. En bedankt.

Deze vakantie vloog ik vanaf Eindhoven. Heerlijk compact vliegveldje is dat, de afstanden waren prima te lopen en ik was lekker vroeg zodat ik overal zo kon doorlopen. Ook het vliegveld waar ik aan zou komen was klein, had ik alvast op gezocht. Mijn vlucht was maar anderhalf uur dus dat zou ook helemaal goed komen, had ik bedacht. Letterlijk 1 seconde nadat de ‘riemen-vast-lampjes’ uitgingen, knalde het meisje voor me haar stoel naar achter. Het is ook altijd wat.

Hoe ga jij het liefst op reis? En hoe los jij het op als je (spontane) pijn krijgt onderweg?

POSTED BY Carlo | aug, 12, 2015 |