floortje-opruimen

Zomer. Naast een tijd van blote voeten, uitslapen, terrasjes en watermeloen, betekent dat voor mij ook altijd opruimen. Gewapend met een vuilniszak, stofdoekje en de radio op luid, doe ik dan weer eens een verwoede poging orde op zaken te stellen. Vooral studiepapieren moeten er in mijn grote opruimstrijd aan geloven. Of beter gezegd: veel verder dan de studiepapieren kom ik meestal niet. Nu ligt dat aan het feit dat ik altijd denk dingen ‘ooit nog wel eens te kunnen gebruiken’ én daaraan dat ieder schriftje met aantekeningen, ieder kinderboek en ieder kledingstuk, weer zijn eigen herinnering bij mij oproept. Opruimen is naast gewoon een praktisch proces (een kamer met herinneringen van de afgelopen 24 jaar wordt immers erg vol) voor mij dan zeker ook een mentaal proces. Een proces van gebeurtenissen herbeleven en dan overwegen of het voorwerp wat ik in mijn handen heb, nodig is om die herinnering te waarborgen of dat hij ruimte mag maken (letterlijk en figuurlijk) voor een nieuwe.

Zo stuit ik deze zomer op aantekeningen van mijn studie Menswetenschappen. Het collegeblok wat ik in mijn handen heb bevat aantekeningen uit een les ‘Gespreksvaardigheden’. In deze lessen, waarin het ging om het aanleren van bepaalde gesprekstechnieken, stonden onze eigen worstelingen (met wat dan ook) centraal. We waren als studenten dus elkaars oefenmateriaal. Ik lees de notulen van het gesprek over mijn worsteling, die te maken had met reuma. Ik sprak over het overschrijden van mijn fysieke grenzen. Over hoe ik altijd alles goed wilde doen, maar het gevoel had daarmee geen energie meer over te houden aan het einde van een schooldag. Over hoe bang ik was niet meer volledig mee te draaien in de groep als ik vakken zou laten vallen. Over hoe zeer ik me beperkt voelde en maar geen rust kon vinden bij minder kunnen (dan ik vroeger kon, dan ik wilde, dan ik had gedaan als…)
Er gaat een rilling over mijn rug bij het lezen van wat ik toen zei, nu drie jaar geleden. Een rilling die er uit voortkomt dat ik ondanks de tijd die verstreken is, nog regelmatig het gevoel heb met dezelfde dingen te worstelen als toen. Ik overschrijd nog steeds met regelmaat fysieke grenzen, kan niet accepteren dat ik soms minder zou moeten doen en ben als de dood het contact met klasgenoten te verliezen bij het opgeven van wat me nu te veel is.

Dan draai ik het blaadje om en zie een tekening van een vogel met grote pluizige veren. Eronder staat: ‘’Dappere Dodo’’. De klasgenoot met wie ik gesproken had, had na afloop van het gesprek een tekening gemaakt die volgens hem iets zei over mij en mijn worsteling. De dappere Dodo sloeg op mij.

Mijn ogen bewegen zich heen en weer tussen collegeblok en vuilniszak. Ik besluit die twee pagina’s met aantekeningen uit het collegeblok te scheuren en terug in de kast te zetten. Waar ik zelf baal omdat het soms lijkt alsof ik in al die jaren maar niet echt vooruit kom, vond mijn klasgenoot me dapper. Dapper omdat ik mijn worsteling met reuma in elk geval aanga.
Ik wil ruimte maken voor nieuwe herinneringen, maar deze herinnering geeft kracht. Deze mag nog even blijven.

POSTED BY Carlo | aug, 15, 2015 |