Josien

We zijn er trots op: de eerste voorpublicatie van Youth-R-Coach! Een column, geschreven door Josien Smit. Veel meer gaan we nog niet over Josien vertellen; haar tekst spreekt voor zich.

Goed hoor!

Ik zie haar al aankomen en ik weet dat ze het gaat vragen. En ja hoor: “Hey Josien! Hoe gaat het?” Hoe gaat het… Nu moet ik een beslissing nemen.

Als ik zeg “slecht”, dan wil ze natuurlijk weten waarom. Maar om nou aan iemand die je af en toe spreekt te vertellen dat je de laatste tijd erg moe bent, je depressie er niet beter op wordt en je het zat bent om in een uitzichtloze situatie te zitten, dat is wel erg veel van het goede. Het gaat haar namelijk helemaal niks aan. En daarbij verpest ik meteen de rest van het gesprek. Dan denkt zij natuurlijk ‘wat een naar mens, die Josien.’

Maar als ik “goed” zeg, dan lieg ik. Want het gaat niet goed, dat besef ik elke dag. En ik houd niet van liegen. Ik kan het ook heel slecht. Maar met “goed” ben ik wel van die vervelende vraag af.

Het is raar dat “Hoe gaat het?” de populairste gespreksstarter is. Als je erover nadenkt is het een enorm persoonlijke vraag. En als bijvoorbeeld een goede vriendin het vraagt, of je moeder, dan is die vraag ook persoonlijk bedoeld. Zij willen oprecht weten hoe het met je gaat. Maar de bakker, de vage kennis in de supermarkt, die ene collega bij de koffieautomaat; zij willen niet weten hoe het met je gaat. Ze willen aardig zijn en een gesprekje starten. En als je gewoon gezond bent en niet te veel problemen hebt, is dat prima. Want dan zeg je “goed,” of het iets verzwakte “goed hoor,” en is iedereen blij.

Er zijn een paar situaties waarbij je wat anders mag zeggen dan “goed.” Je mag namelijk ook zeggen “druk druk druk.” Dat is voor werkende mensen een handige uitweg. Je zegt niet dat het goed of slecht gaat, maar verschuilt je achter iets herkenbaars, namelijk druk zijn met werk. Het lijkt alsof je dapper toegeeft dat het niet helemaal goed gaat, maar ondertussen doe je net alsof je erg belangrijk bent. Een echte volwassene met veel verantwoordelijkheden.

Een andere situatie waarbij je iets anders dan “goed” mag zeggen is als er net iets ergs gebeurd is. Bijvoorbeeld: “Slecht, want mijn vader ligt weer in het ziekenhuis,” of “Slecht, moet zo naar de begrafenis van mijn oma,” of “Slecht, want ik zag net op het nieuws dat er een enorme meteoriet aankomt die op de aarde neer gaat knallen en al het leven zal verwoesten.”  Dan mag je dus “slecht” zeggen. Dat zijn redenen waar je gesprekspartner zich in kan herkennen. ‘Ja dat klinkt inderdaad wel slecht,’ denken ze dan bij zichzelf. Maar “Slecht, want ik ben enorm vermoeid door mijn ziekte en heb nul motivatie dankzij mijn chronische depressie,” is voor de meesten niet herkenbaar. Je gesprekspartner kan zich dat niet goed voorstellen en als je er ook nog ‘gezond’ uitziet komt het snel over als zeuren.

Ik zou het heel fijn vinden als we met zijn allen afspreken om een nieuwe gespreksstarter te verzinnen. Desnoods gewoon “Weertje, he?” Het weer is namelijk meestal voor beide gesprekspartners hetzelfde. De kans is ook maar klein dat je iemand kwetst met een gesprekje over het weer. Saai is het wel, maar dat is “Hoe gaat het?” vragen, en maar één antwoord willen horen ook.

Maar zolang we nog steeds “Hoe gaat het?” gebruiken, blijf ik manieren uitproberen waarmee ik niet hoef te liegen en ook niet hoef te klagen. Ik zeg meestal “Mwah” of “Z’n gangetje” en dan kaats ik pijlsnel de “Hoe gaat het?” terug. En als ik echt geen zin heb om iets te verzinnen, nou vooruit, dan lieg ik maar. “Goed hoor…”

Josien Smit,

December 2016

POSTED BY Linda | dec, 09, 2016 |